Seinmast
voor communicatie tussen de stoomgemalen
Voor het gebouw met het stoomgemaal is in 1911 een seinmast gebouwd die zo hoog was, dat hij vanuit de gemalen in de omgeving kon worden gezien. De seinmast werd gebruikt om te seinen naar machinisten van gemalen in de omgeving, zoals het gemaal van de polder Groot Houtdijk en het gemaal van de polder Kamerik Mijzijde. Als het water in de Oude Rijn te hoog kwam werd (overdag) een vlag of (’s-nachts) een rode lamp gehesen. Zo wisten de machinisten dat ze moesten stoppen met malen. In 1947 of 1948 is de seinmast afgebroken, omdat het toen mogelijk werd met elkaar te telefoneren.